RECHTSZAAK TEGEN DE DOOD
Over het IJ 2017
Op 14 juli vindt in het Paleis van Justitie misschien wel de meest complexe strafzaak ooit plaats: het proces tegen de dood. Namens de mensheid klagen de initiatiefnemers Eva Knibbe en Bart van de Woestijne de dood aan. Zij beroepen zich daartoe op Artikel II-62 van de Europese grondwet:
‘Eenieder heeft recht op leven.’
Belangrijke aanklachten zijn de schaduw die de dood over het leven werpt, de angst die hij zaait, zijn diepe infiltratie in de psyche van de mens, maar ook zijn willekeur, het achterhouden van informatie, onbetrouwbaarheid en onzorgvuldigheid behoren tot de tenlastelegging.
Belangrijkste is dat geïnventariseerd wordt op welke manier en met welke gevolgen de dood ingrijpt in het leven. De initiatiefnemers willen dat de dood hier in het openbaar mee geconfronteerd wordt en dat de gevoelens van mensen zorgvuldig worden afgewogen door een vakkundige, meervoudige kamer.
Met de rechtszaak reflecteren Knibbe en Van de Woestijne op deze tijd, waarin het leven maakbaar en te controleren lijkt. Het belicht het onvermogen om ons te verhouden tot iets onaantastbaars als de dood. De initiatiefnemers hopen dat de gezamenlijke poging dit onvermogen te lijf te gaan troostrijk zal zijn.
meer over de rechtszaak kunt u vinden op
www.rechtszaaktegendedood.nl
Over het IJ 2017
Op 14 juli vindt in het Paleis van Justitie misschien wel de meest complexe strafzaak ooit plaats: het proces tegen de dood. Namens de mensheid klagen de initiatiefnemers Eva Knibbe en Bart van de Woestijne de dood aan. Zij beroepen zich daartoe op Artikel II-62 van de Europese grondwet:
‘Eenieder heeft recht op leven.’
Belangrijke aanklachten zijn de schaduw die de dood over het leven werpt, de angst die hij zaait, zijn diepe infiltratie in de psyche van de mens, maar ook zijn willekeur, het achterhouden van informatie, onbetrouwbaarheid en onzorgvuldigheid behoren tot de tenlastelegging.
Belangrijkste is dat geïnventariseerd wordt op welke manier en met welke gevolgen de dood ingrijpt in het leven. De initiatiefnemers willen dat de dood hier in het openbaar mee geconfronteerd wordt en dat de gevoelens van mensen zorgvuldig worden afgewogen door een vakkundige, meervoudige kamer.
Met de rechtszaak reflecteren Knibbe en Van de Woestijne op deze tijd, waarin het leven maakbaar en te controleren lijkt. Het belicht het onvermogen om ons te verhouden tot iets onaantastbaars als de dood. De initiatiefnemers hopen dat de gezamenlijke poging dit onvermogen te lijf te gaan troostrijk zal zijn.
meer over de rechtszaak kunt u vinden op
www.rechtszaaktegendedood.nl
De dood staat voor de rechter
Trouw, voorbeschouwing. Religie en filosofie.
Peter Henk Steenhuis– 20:40, 13 juli 2017
Op de rol van het Paleis van Justitie, morgen in Amsterdam om 15.30 uur: een proces tegen de dood. Kunstenaars Eva Knibbe en Bart van de Woestijne klagen de dood aan en zij beroepen zich daartoe op Artikel II-62 van de Europese grondwet: 'Eenieder heeft recht op leven.'
Hoe en met welke gevolgen grijpt de dood in op het leven, wat zijn de belastende en ontlastende feiten? Daarover zal een vakkundig, meervoudig tribunaal oordelen. De aanklager zet persoonlijke getuigenissen om in een juridische aanklacht, de rechtbanktekenaar zal pogen de dood op papier te vatten. Omdat een eerlijk proces voorop staat heeft de dood een eigen verdediger toegewezen gekregen. Met de rechtszaak reflecteren Knibbe en Van de Woestijne op deze tijd, waarin het leven vaak maakbaar en te controleren lijkt. De zaak belicht het onvermogen om ons te verhouden tot de ongrijpbaarheid van de dood. Hieronder korte statements van enkele hoofdrolspelers.
• Wilco van Rooijen alpinist
Rol: getuige à decharge."Ik ben opgeroepen door de advocaat van de dood. Vaak wordt van ons, bergbeklimmers, gezegd dat we dood willen, want waarom zou je anders zulke risico's nemen? Het tegendeel is het geval: ik heb juist de wil het maximale uit het leven te halen. Ik heb geen doodswens maar een levenswens.
Ik ben graag getuige in deze zaak, omdat we ons als mensheid beter bewust moeten worden dat echt leven één en al risico nemen is. Na een lezing van Albert Einstein schijnt de Italiaanse natuurkundige Enrico Fermi gezegd te hebben: 'I am still confused. But on a higher level'. Dankzij het klimmen ben ik nog steeds in de war, weet ik nog steeds niet wat het leven inhoudt, maar ik ben verward op een hoger niveau. Zonder de bergen, zonder de natuur, zonder de dood, leef ik ook, zeker, maar op een ander, voor mij veel lager niveau. Je kunt wel niets doen, maar dan leer je het leven niet kennen. Ik zou haast zeggen, dan ben je voor niets op de aarde gezet.
Ik denk dat mijn leven niet bepaald wordt door wat het leven mij brengt, maar door mijn houding tegenover leven en dood.
De bergen hebben mij alles gegeven maar betekenden ook vaak bijna mijn dood. Wanneer je eenmaal de dood in de ogen hebt gekeken, begrijp je de essentie van het leven pas. Dat geldt niet alleen voor mij. Als ik mensen spreek die kanker hebben gehad, hoor ik hetzelfde.
Daarom moeten we de dood niet beschouwen als iets negatiefs, maar als datgene wat ons oproept bewuster met het leven om te gaan."
• René ten Bos denker des vaderlands
Rol: Deskundige tribunaal"Beste dood,
Je staart, constant staar je. Meer zintuiglijkheid kan ik je niet toedichten.
Vergeleken bij jouw alziendheid ben ik stekeblind. Ik wil je niet zien. Daarom verbeeld ik me dat ik je soms hoor - als een klop in mijn oor of als een zweepslag ergens tussen de huizen langs de straat. Soms denk ik dat ik je ruik - meestal als weeïge esterlucht.
Wat ik hoor en ruik, krijg ik nooit te pakken. Wat ik zie wel, maar jou zie ik niet. Jij ziet alles en legt alles vast. In die zin ben je een ultieme bureaucraat.
Iemand zei me ooit eens dat mijn hart een piramidevorm krijgt zodra ik een lijk ben. De mooie ronde vuist wordt hoekig als de draadjes niet langer bloed pompen en verplaatsen. Hoekig en niet lang daarna wormstekig.
Dat is je onhebbelijke doel: alles hoekig en 'stekig' maken. Daarom heb je ook altijd een onverbiddelijk licht nodig. De mensen zien dat niet omdat ze niet in het licht kunnen zien. Ze zien niet dat jouw handelswijze altijd gebaseerd is op onmiskenbare helderheid. Ze dichten je daarom snode geheimen toe. Ze denken bijvoorbeeld dat je van de schemer of van de nacht bent, ze denken dat je zwart bent. Maar je bent wit, spierwit.
Met al je witheid eis en krijg je de helderheid van het hakmes.
Jouw snijdhegemonie willen de mensen in hun overmoed breken. Ouderdom wordt een ziekte en het leven moet koste wat het kost gerekt, ook al is dat leven tragischer dan een hoek of een piramide. Want die mensen willen jouw heldere onverschilligheid helemaal niet. Ze vinden je vlijmscherpe rationaliteit onwaardig. Snap je dat? Je bent voor hen de uitgeslotene die niet uitgesloten kan worden. Je bent de verstekeling die zij alleen maar bij verstek kunnen veroordelen.
Dood, je bent het helderste verstek. Mijn getuigen bieden steun aan het standpunt dat de dood schuld noch straf treft, in haar eigen 'recht' staat, een dure en ongerijmde plicht voor ons vervult, ons door terug te keren naar ons zelf doet inzien dat onze hartstocht, onze angst, onze liefde en zingeving geworteld zijn in ons besef van vergankelijkheid, met dank aan de dood!"
• Prof. Mr. E.Ph.R. Sutorius, emeritus-hoogleraar strafrecht aan Universiteit van Amsterdam
Rol: verdediger, of raadsheer van de dood"Iedere verdediger is gehouden tot rechtsvinding en waarheidsvinding, maar allereerst tot empathie en solidariteit met zijn cliënt(e), ook als deze de dood zelf is! Verbeeldingskracht en empathie als wapens van wijsheid en rechtvaardigheid! Als ik mij als advocaat inleef in deze raadselachtige cliënt(e) zou ik hem/haar deze woorden geven:
Zij was zich er toen al goed van bewust dat zij met het omarmen van het leven ook de dood omarmde!... Ach, die arme mensen, wat is er toch met ze gebeurd? Het lijkt wel of zij hun kompas een beetje kwijt zijn, en wat een menselijke hoogmoed. Ik moet van Justitie terechtstaan, omdat ik mijn taak als dood niet goed vervul, namelijk nodeloos gewelddadig en vreesaanjagend. Niet naar de regels van de kunst, zegt de aanklager. Wat een gotspe, wat een arrogantie. Dat vindt u toch hopelijk ook, mijnheer de advocaat ! Nou u doet uw best maar, ik weet dat ik niet schuldig ben, doe wat ik moet doen, hard werk en geen straf verdien. Met mij valt ook goed te praten, als het leven klaar is. Waar is het leven trouwens zelf? Ben ik de enige die vervolgd wordt, wat een willekeur! Ach, arme mensen, jullie weten niet waar je het over hebt, waarom leren jullie niet te leven...?
Daarmee ligt al een eerste vraag over onszelf ter tafel: laten wij niet onze kinderen geboren worden, geven wij hen daarmee op termijn niet onvermijdelijk prijs aan de dood, die wij nu aanklagen, en wordt het dan niet erg moeilijk voor ons om over de zorgvuldigheid van de dood te oordelen? Ik voer als getuige een moeder op, die - destijds hoogzwanger - besefte dat zij nog niet wist of zij een gezond kind zou baren, en dat haar kind ook later onverwacht dood kon gaan.
En dan mijn tweede getuige, de bergbeklimmer Wilco van Rooijen, die alleen de Himalaya beklom en toen begreep dat zijn levensmoed en transformatie juist zijn geworteld in het persoonlijk besef van vergankelijkheid, dat zijn directe ervaring van de waarde van het leven verdiepte.
Zij, en mijn andere getuigen(deskundigen), bieden steun aan het inzicht, dat de dood schuld noch straf treft, in haar eigen 'recht' staat en zelfs een dure, maar ongerijmde plicht voor ons vervult door ons te doen inzien dat onze angst, onze liefde en onze zingeving juist geworteld zijn in ons besef van vergankelijkheid, met dank aan de dood! Elk rechterlijk oordeel over de dood zal zijn doel missen, zolang wij niet zo moedig of onverstandig zijn de aanstichter van dit alles zelf te dagvaarden: het leven!
• Mark Boekhorst Carrillo senior-raadsheer bij Gerechts-hof Arnhem-Leeuwarden
Rol: rechter"De aanklager legt de dood een aantal zaken voor, voorbeelden van hoe slecht hij/zij heeft gehandeld. Een veroordeling kan, maar hóeft daarop niet te volgen. Het strafproces heeft in Nederland ook als functie in het openbaar te delen wat er is gebeurd. Zelfs als er geen veroordeling volgt, geeft het betrokkenen rust dat de rechter ernaar heeft gekeken. Soms wil de rechtbank een statement maken. Bij professionals kom je dan soms op een geldboete uit van bijvoorbeeld 5000 euro. De rechter heeft gesproken, zo zegt dit vonnis eigenlijk, dit gedrag kan niet door de beugel, dat weten we voor de toekomst, gebeurt het nog een keer dan volgt een zwaardere straf. Bij dit tribunaal is er echter een complicatie: de persoon van de dood. Wie is die dood, wat is die dood, hoe is die dood? De stoel van de verdachte zal leeg blijven. Toch - dat weet ik nu al - zal de verdachte niet bij verstek veroordeeld worden. Hij/zij is namelijk altijd aanwezig: bij iedereen in de rechtbank.
Het hof heeft nog wel een vraag aan de dood. Hoewel er vermoedelijk geen antwoord op zal komen, wil ik die zeker stellen. "U heeft de aanklachten gehoord, u bent alom aanwezig, de verwijten zijn ernstig. Wat vindt u hiervan?"
Een vergelijkbare vraag stellen we in andere processen ook. Nadat de slachtofferverklaring is voorgelezen, de aanwezigen vaak met kippenvel in de zaal zitten, vraagt de voorzitter de verdachte: heeft u hier iets op te zeggen? Soms wil verdachte wel iets formuleren maar weet niet of hij dit kan, of weet niet wat te zeggen. Je voelt de spanning in de zaal oplopen: gaat hij iets zeggen of niet? Vaak valt er dan een stilte. Dat zou morgen ook kunnen gebeuren."
• André Coumans rechter-commissaris Gelderland
Rol: aanklager"Bijna niemand is tegen de dood. Er bestaan wel bezwaren tegen de wijze waarop de dood opereert.
Statistisch gezien handelt de dood professioneel, niet voor niets is de gemiddelde leeftijd zo hoog. Vergelijk zijn optreden met medisch handelen. Als ik een mes in een ander steek, is dat mishandeling, maar wanneer een arts dat volgens de regelen der kunst doet, niet. Als de dood moet doden, dan is dat acceptabel, maar als hij of zij zich niet aan de regelen der kunst houdt - rond een jaar of tachtig, beetje snel en zonder al te veel pijn - dan verliest hij/zij het recht te doden.
Een van de strafbare feiten die ik de dood ten laste leg, is dan ook doodslag, waarbij de professionele exceptie hem of haar niet meer toekomt. Statistisch gezien handelt de dood professioneel, niet voor niets is de gemiddelde leeftijd zo hoog. Toch is dat geen doorslaggevend argument. Want ook een voortreffelijk chirurg kan worden aangeklaagd voor de ene keer dat hij een grote fout maakt. Statistiek helpt de dood in deze zaak niet.
Het andere delict is stalking, belaging. Nu de dood zo onvoorspelbaar is, jaagt hij/zij vrees aan. Sommigen zijn onophoudelijk bezig met de gedachte dat hij/zij hen, of hun naasten ieder moment kan treffen. We zoeken vaak een reden dat iemand is overleden - hij bewoog te weinig, hij had stress - maar dat is omdat we niet kunnen leven met de gedachte dat de wereld niet rechtvaardig is en de dood volstrekt redeloos kan toeslaan.
Ik voer een getuige op, die afziet van het krijgen van kinderen, omdat ze niet kan leven met de gedachte dat de dood ze ieder moment kan afnemen. Die getuige denkt bij ieder telefoontje: wie zou er dood zijn? Door het handelen van de dood pleegt hij/zij inbreuk op andermans leven. Die angst die de dood aanjaagt, ligt zo voor de hand dat ik denk dat hij/zij opzettelijk zo handelt. Die opzettelijkheid neem ik mee in mijn aanklacht."
De rechtszaak is uitverkocht, maar is van 15 t/m 23 juli iedere dag in de vorm van een video-installatie te bezoeken op Festival Over het IJ. www.overhetij.nl / www.rechtszaaktegendedood.nl. Dit project is mede mogelijk gemaakt door het Amsterdams Fonds voor de Kunst, Stichting Janivo, Het Gerechtshof Amsterdam, Stichting Cinergy, Festival Over het IJ, Wooden O', Het Bostheater.
• Wie zijn Eva Knibbe en Bart van de WoestijneEva Knibbe en Bart van de Woestijne studeerden beiden af aan de Toneelacademie in Maastricht en doen in hun werk pogingen thema's die onvoorstelbaar groot zijn te bevatten. Bij Het Huis Utrecht en op de Parade probeerde Knibbe 'alles' te ordenen, waar Van de Woestijne afgelopen jaar op Oerol 'het niets' voelbaar wilde maken. Vaak zijn dit bij voorbaat mislukte, maar toch troostrijke pogingen.